De meeste grootouders vinden het leuk om op hun kleinkinderen te passenBron: ANP
De meeste grootouders vinden het leuk om op hun kleinkinderen te passen

Opa's en oma's vinden oppassen soms zwaar, maar durven dat lang niet altijd te zeggen: 'Bang dat ik mijn kinderen teleurstel'

Grootouders vinden het vaak leuk, voor de kinderen is het handig en het is goedkoper dan de opvang: veel opa's en oma's passen regelmatig op hun kleinkinderen. Gezellig, maar soms ook zwaar. En dat vinden grootouders niet altijd makkelijk om te zeggen.

Dat blijkt uit onderzoek onder 5.253 grootouders in het Opiniepanel die op vaste dagen op hun kleinkinderen passen.

Tegenop zien

Er is bijna geen opa of oma in het onderzoek te vinden die het niet leuk vindt om af en toe op de kleinkinderen te passen, maar liefst 99 procent is daar positief over. Maar er zit ook een andere kant aan de medaille. 1 op de 6 (17 procent) vindt het oppassen zwaar en een kwart (25 procent) kijkt er wel eens tegenop.

En die ervaringen worden lang niet altijd met de kinderen gedeeld. 43 procent van de mensen met negatieve gevoelens, heeft daar niet met hun kinderen over gesproken. Sommigen durven dat niet uit angst voor de reactie van hun kinderen, anderen willen het niet omdat ze bang zijn hun kinderen met problemen op te zadelen of ze teleur te stellen.

Ruzie met kinderen

Zo geven meerdere grootouders aan dat ze ruzie met hun kinderen krijgen als ze zeggen dat ze minder willen oppassen. "Dan zijn ze boos, want 'andere opa's en oma's doen het ook' dus is dat volgens hen normaal", zegt iemand.

Anderen hebben dezelfde ervaring. Om de band met hun kinderen niet te beschadigen spreken ze er niet over. "Ik heb geprobeerd er wat van te zeggen, maar dan gaan de stekels overeind staan", vertelt een oma. "Het komt onze relatie niet ten goede, dus houd ik m'n mond en doe wat ik kan."

Verplicht voelen

Deze oppasoma is niet de enige met dit gevoel. In totaal voelt 1 op de 5 deelnemende grootouders zich verplicht om op de kleinkinderen te letten. Een derde heeft het gevoel hun kinderen teleur te stellen als ze niet zouden oppassen.

"We gaan gewoon door. Het moet wel, want we willen de kinderen niet opzadelen met ons probleem", beschrijft een grootouder.

Je hebt onze overige cookies (nog) niet geaccepteerd.

Doet dit onderdeel van deze website het niet? Voor een volledig werkende website accepteer je hier de overige cookies.

Waarom passen grootouders op?

Dat ze het zelf leuk vinden, is voor veruit de grootste groep grootouders (60 procent) de belangrijkste reden om op de kleinkinderen te passen. Een kwart (23 procent) past in de eerste plaats op omdat het handig is voor de kinderen, en slechts 4 procent geeft aan dat geld daarvoor de belangrijkste reden is.

Ook een ruime meerderheid van de ouders (78 procent) geeft aan dat het feit dat grootouders het leuk vinden om op te passen, een van de redenen is dat dat ook gebeurt. De meeste vaders en moeders (61 procent) vinden het bovendien belangrijk voor de band tussen de kleinkinderen en hun grootouders.

Problemen bij kinderopvang

Voor ouders speelt ook de kinderopvang een rol. Het is niet voor iedereen de belangrijkste reden, maar voor meer dan de helft van de ouders (54 procent) telt wel degelijk mee dat grootouders goedkoper zijn dan de reguliere opvang.

14 procent wijkt uit omdat er geen plek was op de opvang. En 1 op de 10 heeft meer vertrouwen in hun (schoon)ouders dan in de opvang.

Helft ouders voelt zich schuldig

Hoewel niet alle opa's en oma's over de negatieve kanten van het oppassen praten, hebben sommige vaders en moeders wel door hoe het wordt ervaren. Bijna een kwart (23 procent) van hen merkt soms dat hun (schoon)ouders opzien tegen het oppassen.

De helft voelt zich soms (46 procent) of zelfs altijd (4 procent) schuldig omdat ze hun (schoon)ouders laten oppassen, maar vaak zien ze niet hoe het anders kan. "Het is niet hun taak om op te passen. Maar doordat we te weinig geld hebben om onze kinderen vaker naar de opvang te sturen, weten we geen andere oplossing", vertelt een ouder. "Nog minder werken kan ook niet, want dan kunnen we niet rondkomen."