Een derde heeft ondanks landelijk advies geen contant geld in huis voor noodsituaties: 'Overdreven' of 'kan het niet missen'
Om voorbereid te zijn op noodsituaties, moeten burgers minstens 70 euro aan contant geld opzij leggen, adviseren banken en overheid. Toch heeft een derde geen cash in huis. "Vraag me af wat het nog waard is als de echte nood aan de orde is."
Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder ruim 20.000 leden van het Opiniepanel, dat in maart is gehouden.
Advies minimumbedrag voor noodsituaties
Het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) bracht vandaag het advies uit om minimaal 70 euro per volwassene en 30 euro per kind aan contant geld opzij te leggen voor noodsituaties. Met dat bedrag zouden huishoudens 72 uur vooruit moeten kunnen, als het betalingsverkeer uitvalt.
Eerder schatte het financieel kenniscentrum Nibud het minimumbedrag voor noodsituaties op zo'n 50 euro per persoon.
'Lijkt me verstandig'
Eén op de acht (13 procent) deelnemers liet in eerder onderzoek al weten ongeveer zo'n bedrag - 50 euro - in huis te hebben. Nog eens 39 procent heeft meer dan die 50 euro gereserveerd. "Gezien de hybride oorlog van Poetin lijkt het me wel verstandig", vindt een panellid.
Tegelijkertijd voldoet ook een groot deel van de deelnemers (nog) niet aan het advies. Een derde (32 procent) laat weten überhaupt geen contact geld opzij te hebben gelegd voor noodgevallen, een groot deel van hen is dat ook niet van plan.
Niet nodig of niet mogelijk
Van de mensen die (nog) geen reservevoorraad aan hebben gelegd, geeft de grootste groep (30 procent) aan het niet nodig of overdreven te vinden. "Volgens mij is dit onzinnig. Als er echt een grote ramp gebeurt, heb je aan contant geld ook niet veel", vindt een deelnemer. Een kleinere groep is daarnaast bang dat het geld beschadigd of kwijtraakt.
Voor een kwart (25 procent) is het niet opvolgen van het overheidsadvies geen kwestie van 'niet willen', maar eerder 'niet kunnen'. Zij geven aan te weinig inkomsten te hebben om zo'n bedrag opzij te kunnen zetten. "Ik heb een uitkering onder het sociaal minimum. Ik kan niets missen", vertelt een panellid.
Info
Over dit onderzoek
Het onderzoek is gehouden van 28 februari tot en met 3 maart 2025. Er deden in totaal 20.873 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee. Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur, gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2023.
Te klein bedrag
Bovendien, mocht Nederland echt in een noodsituatie terechtkomen waarbij mensen enkele dagen zelfredzaam moeten zijn, denkt een meerderheid (59 procent) niet genoeg te hebben aan de 70 euro die nu wordt geadviseerd. Een derde (33 procent) schat zelfs in dat meer dan het dubbele nodig zal zijn: minstens 150 euro per persoon.
Zij geven aan al veel meer nodig te hebben om te kunnen tanken, of verwachten dat prijzen in tijden van schaarste alleen maar zullen stijgen. Anderen vinden de supermarkten nu al duur genoeg. "Als er nood is, heb je met de huidige prijzencrisis veel meer nodig. Een beetje boodschappen per week is al gauw 150 euro", zegt een deelnemer tot slot.